Sikhs In nederland

     sikhs.nl                                                                                                                                                                                                                      home | contact us | site map  

Luistert allen naar de eeuwige waarheid; degene die lief heeft zal God verkrijgen. -Guru Gobind Singh  

Akali Phoola Singh Ji

Iedereen is in Uw ban, O hooghartige, ondoorgrondelijke God
U bent in de ban van Uw dierbaren; U bent de kracht van Uw dierbaren. ||10||
Goeroe Granth Sahib Ji, Ang 962
 
 

De vroege ochtend-bijeenkomst vond plaats op 14 maart 1823. Het hele leger en de generaals waren aanwezig. Maharaja Ranjit Singh en de generaals hadden reeds de gevaarlijke strijd besproken. De leiders (Jathedars) waren van mening dat als ze de aanval zouden vertragen, de vijand ze met zijn leger zou overwinnen. Dus werd er besloten om de vijand direct aan te vallen. Er werd gebeden (Ardas gedaan) voor Satguru ji en de overwinnings-trommels werden geluid. De troepen gingen Maharaja Ranjit Singh vooruit met de leus: ‘Jo Bole So Nihaal, Sat Sri Akal’ (Roep met overtuiging, “De waarheid is eeuwig”) De Maharaja motiveerde ze om te strijden en te winnen. De troepen van Akali Phoola Singh waren de Maharaja al voorbij en de troepen van S. Desa Singh stonden op het punt om voor de Maharaja uit te gaan, toen een spion de Maharaja informeerde dat tienduizend soldaten met 40 geweren uit Kabul waren gearriveerd om de vijand bij te staan gedurende de strijd. Maharaja ji overwoog de situatie opnieuw en vond dat hij de aanval moest uitstellen tot de volgende dag, aangezien de strijd nu nog moeilijker was geworden en de Khalsa militie zich pas de volgende dag bij ze zou aansluiten.

Toen Akali Phoola Singh hoorde dat Maharaja Sahib het plan van aanval wilde uitstellen tot de volgende dag, ging hij naar de Maharaja en zei heel kordaat: ‘We weten dat de vijand op dit moment een sterkere positie heeft, maar we hebben in de aanwezigheid van Sri Goeroe Granth Sahib besloten om voort te zetten. Het is nu tegen de principes van de Khalsa om te stoppen. Een sikh mag zijn hoofd verliezen, maar nooit het respect voor een besluit dat is genomen in de aanwezigheid van Satguru ji.’ Waarop Maharaja ji zei: ‘Het kan geen kwaad om de situatie onder ogen te zien. De raadsman adviseert dat het geen verschil uitmaakt als de aanval één dag later wordt uitgevoerd. We zijn niet bang om de strijd aan te gaan en we zullen het slagveld bereiken, maar gezien de situatie is het niet verstandig om in haast te handelen.

Maharaja Sahib! Ons gebed voor Sri Goeroe Granth Sahib was onze belofte met onze Goeroe en we zijn niet bereid deze te verbreken, ook al is de vijand tien keer zo sterk als wij en wij het onderspit moeten delven in het slagveld. ‘Kalghidhar Pita' (vader) staat ons bij en Hij zal ons helpen om onze belofte aan hem waar te maken.’ Zei Akali ji vol zelfvertrouwen.

Maharaja Sahib raakte in twijfel. Hij was er niet klaar voor om zonder zijn Khalsa militie het strijdperk te betreden. Maharaja Sahib begon de situatie te overwegen, maar Akali ji vond dat ze tijd aan het verliezen waren en zei: ‘U bent de strijder. U kunt voor u zelf uitmaken wat u wilt doen. Maar ik ga nu mijn plicht vervullen. Ik maak me geen zorgen om te sterven in het slagveld, maar ik laat de vijand geen stap zetten in ons territorium. Alleen God weet hoeveel opofferingen door onze voorouders zijn geleverd om ons land te bevrijden van de tirannie van de vijanden. We zullen hun gevallen bloed nooit van ons leven verloren laten gaan.’

Voordat hij richting het slagveld trok, deed Akali ji opnieuw een gebed (Ardas). Op naam van de tien Goeroes en Sri Goeroe Granth Sahib zei hij:

‘O Satguru ji, de vijand is sterk. Maar uw dienaar is vastbesloten om de grote tirannieke vijand, die ons land binnenvalt en onze welverdiende kapitaal, onze jonge vrouwen, dochters en boven alles ons respect meeneemt, aan te vallen. O Satguru ji, sta ons bij zodat we de glorie en grootsheid van dit Khalsa Raj (Khalsa rijk), zelfs ten koste van ons eigen leven, kunnen beschermen. De dag dat wij uw uniform droegen en Khande-di-Pahul namen (gedoopt werden), hebben wij onze leven aan Uw voeten geworpen. Het spijt me niet om mijn leven te verliezen, maar ik zal nooit Uw vrome en heilige naam laten verwoesten, en moge ik die dag in dit leven dan ook niet meemaken. O, goedhartige Goeroe, schenk Uw Khalsa (vrije of pure mensen) de vruchten van de dappere strijd in het slagveld.’

Deze heldhaftige Ardas had een magische effect op het Akali leger. De Ardas was nog niet afgelopen of overal riep men voluit: ‘Sat Sri Akal.’ (het eeuwige wezen is waar)

Het Akali leger trok voort richting het slagveld om de uitdaging met de vijand aan te gaan. Dertig duizend Jehadi Ghazi’s openden een aanval met hun vuurwapens op het Khalsa leger. De Akali’s bleven oprukken om de vijand met hun zwaarden te vernietigen. Ze waren ingewijd in het gebruik van hun zwaarden en verkozen deze boven vuurwapens. De Ghazi’s zagen de Akali’s onbevreesd de regen van kogels naderen. Maharaja Sahib kon zich niet langer afzijdig houden van de strijd en beval zijn leger om de Akali militie bij te staan. Ook hijzelf zette voort richting het slagveld. Het leger van de Maharaja opende een aanval op de Ghazi’s, die op het punt stonden het leger van Akali te overwinnen. Desondanks zette het Akali leger dapper voort richting hun vijand. De Jehadi’s vuurden blindelings op de Akali’s. Een schot uit het geweer van de vijand doorboorde de knie van Akali Phoola Singh ji en raakte zijn paard. Het paard viel op de grond. Akali ji stond op en klom op zijn olifant om verder te gaan met de strijd. Ditmaal waren het de Akali’s die hun vijand aanvielen en ze met hun zwaarden uit de weg ruimden. Inmiddels had Maharaja ji zich aangesloten bij het Akali leger. En ook de Khalsa militie had zich ondertussen bijgevoegd op het slagveld. De Pathans (oost Iraniërs) streden met al hun kracht, maar konden de zwaarden van de Akali’s niet weerstaan. In de tussentijd had ook prins Kharak Singh met zijn militie het slagveld bereikt. De strijd duurde de gehele dag. Tegen de avond hadden de Ghazi’s, rennend voor hun leven, het slagveld verlaten.

Met de zonsondergang nam ook de moed van de pathans af. De Akali’s naderden een onvergetelijke overwinning. De Akali’s hadden hun vijand verslagen en wel zo dat ze nooit meer naar hun land zouden durven te kijken. En op dat moment, loste een sluipschutter van de Pathans zijn schot en trof Akali Phoola Singh ji. Akali Mahan Singh greep de sluipschutter en sneed hem in tweeën met zijn zwaard. En zo viel de overwinning in handen van het Khalsa leger.
De opofferingen, heldhaftigheid, geloof, vertrouwen en de wil om te presteren van de grote martelaar Akali Phoola Singh, met het doel om rechtvaardigheid van de Khalsa zelfs ten koste van zijn leven mee te geven aan de jeugd van zijn land en zijn gelofte aan Satguru ji te volbrengen, zal ons en de komende generaties altijd bijblijven. Onze leiders zouden een vlag moeten hijsen op de levensgeschiedenis van deze held en zijn kwaliteiten van  liefde, sympathie, eensgezindheid en verlangen voor glorie en gelukzaligheid van de gemeenschap (Panth) moeten vieren.
 
 
   
See Also :   Het Sikh koninkrijk – Maharaja (koning) Ranjit Singh
              -  Beroemd Sikhs
 
 
     

Previous

Main Index

Next

All rights reserved (c) www.sikhs.nl