| salok.
				
					Shalok:
				
					
					
					Shalok:
				
					
					 
				
					
					
					daynhaar parabh chhod kai laageh aan su-aa-ay.
				
					One who renounces God 
					the Giver, and attaches himself to other affairs
				
					
					
					Hij die God de Gever verloochent, en zichzelf aan andere 
					zaken hecht
				
					
					 
				
					
					
					naanak kahoo na seejh-ee bin naavai pat jaa-ay. 
					
					||1||
				
					
					-O 
					Nanak, he shall never succeed. Without the Name, he shall 
					lose his honor. ||1||
				
					
					  
					O Nanak, hij zal nooit succevol zijn. Zonder de Naam, zal 
					hij zijn eer verliezen.     II1II
				
 
				
					
					
					Asatpadee.
				
					Ashtapadee:
				
					
					
					Ashtapadee:
				
					 
				
					
					
					das bastoo lay paachhai paavai.
				
					He obtains ten things, 
					and puts them behind him;
				
					
					
					Hij verwerft tien dingen en legt ze naast zich neer;
				
 
				
					
					
					ayk basat kaaran bikhot gavaavai.
				
					for the sake of one 
					thing withheld, he forfeits his faith.
				
					
					
					In het belang van een enkel achtergehouden ding, verbeurt 
					hij zijn geloof. 
				
				
 
				
					
					
					ayk bhee na day-ay das bhee hir lay-ay.
				
					But what if that one 
					thing were not given, and the ten were taken away?
				
					
					
					Maar wat als dat ene ding niet verkregen wordt, en die tien 
					worden weggenomen?
				
 
				
					
					
					ta-o moorhaa kaho kahaa karay-i.
				
					Then, what could the 
					fool say or do?
				
					
					
					Wat kan de dwaas dan zeggen of doen?
				
 
				
					
					
					jis thaakur si-o naahee chaaraa.
				
					Our Lord and Master 
					cannot be moved by force.
				
					
					
					Onze Heer en Meester kan niet met kracht bewogen worden.
					
				
				
 
				
					
					
					taa ka-o keejai sad namaskaaraa.
				
					Unto Him, bow forever in 
					adoration.
				
					
					
					Buig in eeuwige aanbidding voor Hem.
				
 
				
					
					
					jaa kai man laagaa parabh meethaa.
				
					That one, unto whose 
					mind God seems sweet
				
					
					
					Diegene, in wiens geest God dierbaar is,
				
 
				
					
					
					sarab sookh taahoo man voothaa.
				
					all pleasures come to 
					abide in his mind.
				
					
					
					- alle genoegens worden in zijn geest vergaard. 
				
				
 
				
					
					
					jis jan apnaa hukam manaa-i-aa.
				
					One who abides by the 
					Lord's Will,
				
					
					
					Hij die de Wil van de Heer aanvaard,
				
 
				
					
					
					sarab thok naanak tin paa-i-aa. 
					
					||1||
				
					O Nanak, obtains all 
					things. ||1||
				
					
					
					O Nanak, verkrijgt alles. ll1ll 
				
				
 
				
					
					
					agnat saahu apnee day raas.
				
					God the Banker gives 
					endless capital to the mortal,
				
					
					
					God de Bankier geeft de sterfeling eindeloos kapitaal,
				
 
				
					
					
					khaat peet bartai anad ulaas.
				
					who eats, drinks and 
					expends it with pleasure and joy.
				
					
					
					die eet, drinkt en het met plezier en genoegen uit geeft.
					
				
				
 
				
					
					
					apunee amaan kachh bahur saahu lay-ay.
				
					If some of this capital 
					is later taken back by the Banker,
				
					
					
					Als een deel van dit kapitaal later teruggenomen word door 
					de Bankier, 
				
				
 
				
					
					
					agi-aanee man ros karay-i.
				
					the ignorant person 
					shows his anger.
				
					
					
					toont de onnozele zijn woede.
				
 
				
					
					
					apnee parteet aap hee khovai.
				
					He himself destroys his 
					own credibility,
				
					
					
					Hij vernietigt zijn eigen geloofwaardigheid, 
				
				
 
				
					
					
					bahur us kaa bisvaas na hovai.
				
					and he shall not again 
					be trusted.
				
					
					
					en hij zal niet langer vertrouwd worden. 
				
				
 
				
					
					
					jis kee basat tis aagai raakhai.
				
					When one offers to the 
					Lord, that which belongs to the Lord,
				
					
					
					Wanneer men de Heer aanbiedt wat de Heer toebehoord, 
					
				
				
 
				
					
					
					parabh kee aagi-aa maanai maathai.
				
					and willingly abides by 
					the Will of God's Order,
				
					
					
					en gewillig de Wil van God's Order aanvaardt
				
 
				
					
					
					us tay cha-ugun karai nihaal.
				
					the Lord will make him 
					happy four times over.
				
					
					
					dan zal de Heer zijn geluk verviervoudigen. 
				
				
 
				
					
					
					naanak saahib sadaa da-i-aal. 
					
					||2||
				
					O Nanak, our Lord and 
					Master is merciful forever. ||2||
				
					
					
					O Nanak, onze Heer en Meerster is voor altijd 
					vergevingsgezind. 
				
				
 
				
					
					
					anik bhaat maa-i-aa kay hayt. sarpar hovat jaan anayt.
				
					The many forms of 
					attachment to Maya shall surely pass away - know that they 
					are transitory.
				
					
					
					Alle vormen van gehechtheid aan Maya zullen zeker vergaan- 
					weet dat zij vergankelijk zijn. 
				
				
 
				
					
					
					birakh kee chhaa-i-aa si-o rang laavai.
				
					People fall in love with 
					the shade of the tree,
				
					
					
					Mensen worden verliefd op de schaduw van een boom, 
					
				
				
 
				
					
					
					oh binsai uho man pachhutaavai.
				
					and when it passes away, 
					they feel regret in their minds.
				
					
					
					en wanneer deze vergaat voelen ze verdriet in hun geest.
					
				
				
 
				
					
					
					jo deesai so chaalanhaar.
				
					Whatever is seen, shall 
					pass away;
				
					
					
					Alles wat gezien wordt zal verdwijnen; 
				
				
 
				
					
					
					lapat rahi-o tah anDh anDhaar.
				
					and yet, the blindest of 
					the blind cling to it.
				
					
					
					en toch klampt zelfs de meest blinde zich eraan vast. 
					
				
				
 
				
					
					
					bataa-oo si-o jo laavai nayh.
				
					One who gives her love 
					to a passing traveler
				
					
					
					Zij die haar liefde geeft aan een passerende reiziger,
				
 
				
					
					
					taa ka-o haath na aavai kayh.
				
					nothing shall come into 
					her hands in this way.
				
					
					
					niets zal op deze manier in haar handen komen.
				
 
				
					
					
					man har kay naam kee pareet sukh-daa-ee.
				
					O mind, the love of the 
					Name of the Lord bestows peace.
				
					
					
					O mijn Geest, de liefde voor de Naam van de Heer schenkt 
					vrede. 
				
				
 
				
					
					
					kar kirpaa naanak aap la-ay laa-ee. ||3||
				
					O Nanak, the Lord, in 
					His Mercy, unites us with Himself. ||3||
				
					
					
					O Nanak, de Heer, in Zijn Genade, verenigt ons met Hem(zelf). 
					ll3ll
				
 
				
					
					
					mithi-aa tan Dhan kutamb sabaa-i-aa.
				
					False are body, wealth, 
					and all relations.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn lichaam, rijkdom, en alle relaties.
				
 
				
					
					
					mithi-aa ha-umai mamtaa maa-i-aa.
				
					False are ego, 
					possessiveness and Maya.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn de ego, bezittelijkheid en Maya. 
					
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa raaj joban Dhan maal.
				
					False are power, youth, 
					wealth and property.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn macht, jeugd, rijkdom en bezit. 
					
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa kaam kroDh bikraal.
				
					False are sexual desire 
					and wild anger.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn seksuele verlangens en ongeremde woede.
					
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa rath hastee asav bastaraa.
				
					False are chariots, 
					elephants, horses and expensive clothes.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn de strijdwagen, olifanten, paarden en dure 
					kleren. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa rang sang maa-i-aa paykh hastaa.
				
					False is the love of 
					gathering wealth, and reveling in the sight of it.
				
					
					
					Begriegelijk is de liefde voor het vergaren van rijkdom, en 
					zich verlustigen aan het (uit)zicht daarop. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa Dharoh moh abhimaan.
				
					False are deception, 
					emotional attachment and egotistical pride.
				
					
					
					Begriegelijk zijn bedrog, emotionele gehechtheid en  
					egoistische/zelfzuchtige/narcistische trots. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa aapas oopar karat gumaan.
				
					False are pride and 
					self-conceit.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn trots en verwaandheid/eigendunk.
				
 
				
					
					
					asthir bhagat saaDh kee saran.
				
					Only devotional worship 
					is permanent, and the Sanctuary of the Holy.
				
					
					
					Alleen toegeweide aanbidding is blijvend, en de Geborgenheid 
					der Heiligheid. 
				
				
 
				
					
					
					naanak jap jap jeevai har kay charan. 
					
					||4||
				
					Nanak lives by 
					meditating, meditating on the Lotus Feet of the Lord.
					||4||
				
					
					
					Nanak leeft door te mediteren, mediterend over de Lotus 
					Voeten van de Heer.
					
					
					ll4ll
				
 
				
					
					
					mithi-aa sarvan par nindaa suneh.
				
					False are the ears which 
					listen to the slander of others.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn de oren die luisteren naar roddelpraat van 
					anderen.
				
 
				
					
					
					mithi-aa hasat par darab ka-o hireh.
				
					False are the hands 
					which steal the wealth of others.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn de handen die de rijkdom van anderen 
					stelen. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa naytar paykhat par tari-a roopaad.
				
					False are the eyes which 
					gaze upon the beauty of another's wife.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn de ogen die staren naar de schoonheid van 
					de vrouw van een ander. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa rasnaa bhojan an savaad.
				
					False is the tongue 
					which enjoys delicacies and external tastes.
				
					
					
					Bedriegelijk is de tong die lekkernijen en wereldse/kunstmatige 
					smaken geniet. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa charan par bikaar ka-o Dhaaveh.
				
					False are the feet which 
					run to do evil to others.
				
					
					
					Bedriegelijk zijn de voeten die zich haasten om anderen 
					kwaad te doen. 
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa man par lobh lubhaaveh.
				
					False is the mind which 
					covets the wealth of others.
				
					
					
					Bedreigelijk is de geest die de rijkdom van anderen begeert.
					
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa tan nahee par-upkaaraa.
				
					False is the body which 
					does not do good to others.
				
					
					
					Bedreigelijk is het lichaam dat anderen geen goed doet.
					
				
				
 
				
					
					
					mithi-aa baas layt bikaaraa.
				
					False is the nose which 
					inhales corruption.
				
					
					
					Bedriegelijk is de neus die corruptie inademt. 
				
				
 
				
					
					
					bin boojhay mithi-aa sabh bha-ay.
				
					Without understanding, 
					everything is false.
				
					
					
					Zonder begrip is alles bedriegelijk. 
				
				
 
				
					
					
					safal dayh naanak har har naam la-ay. 
					
					||5||
				
					Fruitful is the body, O 
					Nanak, which takes to the Lord's Name. ||5||
				
					
					
					Vruchtbaar is het lichaam, O Nanak, dat zich tot de Naam van 
					de Heer richt. ll5ll
				
 
				
					
					
					birthee saakat kee aarjaa.
				
					The life of the 
					faithless cynic is totally useless.
				
					
					
					  Het leven van de ongelovige cynicus is totaal waardeloos.
					
				
				
 
				
					
					
					saach binaa kah hovat soochaa.
				
					Without the Truth, how 
					can anyone be pure?
				
					
					
					Hoe kan iemand puur zijn zonder de Waarheid?
				
 
				
					
					
					birthaa naam binaa tan anDh.
				
					Useless is the body of 
					the spiritually blind, without the Name of the Lord.
				
					
					
					Nutteloos is het lichaam van de Spiritueel blinde, zonder de 
					Naam van de Heer. 
				
				
 
				
					
					
					mukh aavat taa kai durganDh.
				
					From his mouth, a foul 
					smell issues forth.
				
					
					
					Uit zijn mond komt een stinkende lucht. 
				
				
 
				
					
					
					bin simran din rain baritha bihaa-ay.
				
					Without the remembrance 
					of the Lord, day and night pass in vain,
				
					
					
					Zonder herinnering aan de Heer, verstrijken dag en nacht 
					vergeefs. 
				
				
 
				
					
					
					maygh binaa ji-o khaytee jaa-ay.
				
					like the crop which 
					withers without rain.
				
					
					
					als het gewas dat wegkwijnt zonder regen.  
				
				
 
				
					
					
					gobid bhajan bin barithay sabh kaam.
				
					Without meditation on 
					the Lord of the Universe, all works are in vain,
				
					
					
					Zonder meditatie over de Heer van het Universum is al het 
					werk vergeefs. 
				
				
 
				
					
					
					ji-o kirpan kay niraarath daam.
				
					like the wealth of a 
					miser, which lies useless.
				
					
					
					zoals de rijkdom van een wrek die nutteloos ligt te zijn.
					
				
				
 
				
					
					
					Dhan Dhan tay jan jih ghat basi-o har naa-o.
				
					Blessed, blessed are 
					those, whose hearts are filled with the Name of the Lord.
				
					
					
					Gezegend, gezegend zijn zij wiens harten zijn gevuld met de 
					Naam van de Heer. 
				
				
 
				
					
					
					naanak taa kai bal bal jaa-o. 
					
					||6||
				
					Nanak is a sacrifice, a 
					sacrifice to them. ||6||
				
					
					
					Nanak is een offer, een offer aan hen. ll6ll
				
 
				
					
					
					rahat avar kachh avar kamaavat.
				
					He says one thing, and 
					does something else.
				
					
					
					Hij zegt het ene, maar doet het andere. 
				
				
 
				
					
					
					man nahee pareet mukhahu gandh laavat.
				
					There is no love in his 
					heart, and yet with his mouth he talks tall.
				
					
					
					Er is geen liefde in zijn hart en toch is zijn mond vol 
					grootspraak.
				
 
				
					
					
					jaananhaar parabhoo parbeen.
				
					The Omniscient Lord God 
					is the Knower of all.
				
					
					
					De Alwetende Heer God is de kenner van allen/alles.
				
 
				
					
					
					baahar bhaykh na kaahoo bheen.
				
					He is not impressed by 
					outward display.
				
					
					
					Hij is niet onder de indruk van uiterlijke schijn. 
					
				
				
 
				
					
					
					avar updaysai aap na karai.
				
					One who does not 
					practice what he preaches to others,
				
					
					
					Hij die niet doet wat hij preekt, 
				
				
 
				
					
					
					aavat jaavat janmai marai.
				
					shall come and go in 
					reincarnation, through birth and death.
				
					
					
					zal komen en gaan in reincarnatie, via geboorte en dood.
					
				
				
 
				
					
					
					jis kai antar basai nirankaar.
				
					One whose inner being is 
					filled with the Formless Lord 
				
				
					
					
					Hij wiens innerlijk is vervuld met de Vormloze Heer
				
 
				
					
					
					tis kee seekh tarai sansaar.
				
					by his teachings, the 
					world is saved.
				
					
					
					door zijn lessen wordt de wereld gered. 
				
				
 
				
					
					
					jo tum bhaanay tin parabh jaataa.
				
					Those who are pleasing 
					to You, God, know You.
				
					
					
					Zij die U plezieren, God, kennen U. 
				
				
 
				
					
					
					naanak un jan charan paraataa. ||7||
				
					Nanak falls at their 
					feet. ||7||
				
					
					
					Nanak valt aan hun voeten. ll7ll
				
 
				
					
					
					kara-o bayntee paarbarahm sabh jaanai.
				
					Offer your prayers to 
					the Supreme Lord God, who knows everything.
				
					
					
					Biedt de Opper God, die alles weet, Uw gebed aan. 
					
				
				
 
				
					
					
					apnaa kee-aa aapeh maanai.
				
					He Himself values His 
					own creatures.
				
					
					
					Hijzelf waardeert Zijn eigen schepsels. 
				
				
 
				
					
					
					aapeh aap aap karat nibayraa.
				
					He Himself, by Himself, 
					makes the decisions.
				
					
					
					Hijzelf, alleen neemt de beslissingen. 
				
				
 
				
					
					
					kisai door janaavat kisai bujhaavat nayraa.
				
					To some, He appears far 
					away, while others perceive Him near at hand.
				
					
					
					Voor sommigen lijkt Hij ver weg te zijn, terwijl anderen Hem 
					dichtbij gewaarworden. 
				
				
 
				
					
					
					upaav si-aanap sagal tay rahat.
				
					He is beyond all efforts 
					and clever tricks.
				
					
					
					Hij gaat voorbij aan alle inspanningen en slimme trucs.
					
				
				
 
				
					
					
					sabh kachh jaanai aatam kee rahat.
				
					He knows all the ways 
					and means of the soul.
				
					
					
					Hij kent alle wegen en middelen van de ziel. 
				
				
 
				
					
					
					jis bhaavai tis la-ay larh laa-ay.
				
					Those with whom He is 
					pleased are attached to the hem of His robe.
				
					
					
					Zij die Hem plezieren zijn gehecht aan de zoom van Zijn 
					kleed.  
				
				
 
				
					
					
					thaan thanantar rahi-aa samaa-ay.
				
					He is pervading all 
					places and interspaces.
				
					
					
					Hij dringt door in alle plaatsen en ruimtes. 
				
				
 
				
					
					
					so sayvak jis kirpaa karee.
				
					Those upon whom He 
					bestows His favor, become His servants.
				
					
					
					Hen die Hij begunstigt, worden Zijn dienaar.  
				
				
 
				
					
					
					nimakh nimakh jap naanak haree. 
					
					||8||5||
				
					Each and every moment, O 
					Nanak, meditate on the Lord. ||8||5||
				
					
					
					Op elk moment, O Nanak, mediteer op de Heer. ll8ll5ll |