Sikhs In nederland

     sikhs.nl                                                                                                                                                                                                                      home | contact us | site map  

Luistert allen naar de eeuwige waarheid; degene die lief heeft zal God verkrijgen. -Guru Gobind Singh  

Het Sikhisme

 
Godsdienst - het echte werk

*Inleiding

Het woord sikh is afgeleid van de Pali-taal en betekent leerling van godsdienst en filosofie. Sommige auteurs hebben dit woord verkeerd begrepen en het verbonden met het Sanskriet woord “Shishya”dat discipel betekent en een algemeen begrip is voor om het even welke leerling. Een sikh gelooft in één God, die men Sat Nam noemt, en in de leer van de tien Gurus. Deze is terug te vinden in de Guru Granth Sahib, het heilige boek van de sikhs.
In het heilige boek zijn naast de allesomvattende leer van de tien Gurus ook de religieuze teksten van vijftien heiligen opgenomen. Deze heiligen geloofden in verschillende religies. Het heilige boek mag uitsluitend gelezen worden door iemand, die in het sikhisme gedoopt is.

Evolutie en geschiedenis van het geloof.

Guru Nanak is de oprichter van de sikh-religie. Hij werd in 1469 na Chr. in het dorp Talwandi geboren en was van geboorte uit hindoeïstisch. Dit dorp wordt nu Nankana Sahib genoemd en ligt dichtbij Lahore in Pakistan in de landstreek Punjab.
Al vanaf zijn jeugd weigerde hij met zijn helder verstand de destijds bij de religies vaak gehandhaafde ongegronde rituelen, bijgeloven en dogma’s te accepteren.

Hij huwde op 12-jarige leeftijd. Hij was een plichtsgetrouw ambtenaar die geïnteresseerd bleef in de geestelijke zoektocht.

In 1499 werd hij door God geroepen, terwijl hij in de rivier Bein aan het baden was. Hem werd een beker amrit (=gezegend water, gezoet met suiker) aangeboden en bevolen: “Nanak, dit is de beker van de verering van de Naam, drink hem uit (…) Ik ben met je. Ik zegen en verheerlijk je. Wie jou gedenkt, zal mijn zegen ontvangen. Ga, verheug je in mijn Naam en leer anderen dat ook te doen. Ik schenk je de gave van mijn Naam. Laat dit je roeping zijn.” Toen hij na drie dagen weer uit de rivier opdook, gaf hij al zijn bezittingen weg en zei: “Er zijn geen hindoes en geen moslims.” Misschien bedoelde hij hiermee dat de meesten hun geloof niet oprecht beleefden. Maar meestal verstaat men hieronder dat God groter is dan de verdeelde opinies van de godsdiensten.

Hij nam de saffraangele mantel van een sadhoe of heilige man aan en leidde een zwervend leven als asceet. Hij streefde volgens de leringen van Kabir naar een verzoening en vermenging van het hindoeïsme en de islam. Het grootste deel van zijn leven besteedde hij aan de verkondiging van zijn leer en de zoektocht naar geestelijke waarheid. Tijdens zijn reizen begon hij ook gesprekken te houden met verschillende religieuze bewegingen om te proberen hen bij elkaar te brengen. Het grootste gevolg behaalde hij in zijn geboortestreek Punjab.

Op zijn reizen bezocht hij ook veel bedevaartplaatsen. Hij gaf er onderricht in zijn leer, zong hymnen en stichtte er religieuze centra of dharamsala’s.

Met zijn volgelingen vestigde hij zich in Kartarpur waar hij in september 1539 stierf.

Na zijn dood eistten verschillende bewegingen zijn lichaam op en werden er meerdere tombes naast elkaar gebouwd om hem te gedenken. Guru Nanak schreef 974 hymnen.

God is de Grote Meester, satGuru, van wie alle aardse meesters hun gezag afleiden. Nanak werd steeds Guru (=leraar of Meester) genoemd door zijn volgelingen. De volgelingen waren de sikhs, wat leerling of discipel betekent. Guru Nanak koos een opvolger dus werd deze eveneens Guru genoemd.

Als opvolger had hij Lahina (1504-1552) aangeduid, één van zijn volgelingen. Deze nam de naam Angad aan en werd zo de tweede Guru. Hij had een hoge waardering voor een goede lichamelijke conditie. Hij organiseerde daarom spelen onder zijn volgelingen. Ze waren niet bedoeld als militaire training, maar toen dit nodig werd, vatte men ze als voorbereiding daarvoor op. Ook stelde hij het Gurmukhi samen dat gebruikt wordt voor de Punjabitaal. Hij schreef 62 hymnen die later in de Guru Granth Sahib opgenomen werden.

Na Angad komt Guru Amar Das (1479-1574). Guru Amar Das was 73 jaar oud toen hij de derde Guru werd. Hij bepaalde dat de sikhs driemaal per jaar op hindoefeestdagen moesten samenkomen.

Hij organiseerde de eerste pelgrimstocht naar Goindval in Punjab en voerde nieuwe geboorte- en begrafenisrituelen in. Guru Amar Das stichtte de langar, de gemeenschappelijke eetgelegenheden bediend door een gezamelijke keuken. Dit werd betaald door Sikhs van een bepaalde tempel. Men wilde hiermee de sikhs van alle kasten samen laten eten zonder de vooroordelen van de Indiase samenleving. Het bevorderde de broederschap en hielp de minder bedeelden. Ook niet-sikhs waren welkom. Zijn beroemdste hymne, de Anand Sahib, is een onderdeel van het dagelijkse sikhritueel.

De vierde Guru was Ram Das (1534-1581). Guru Ram Das stichtte Amritsar, de heilige stad van de sikhs. Zijn volgelingen dolven de vijver die later de Harimandar Sahib of de heilige vijver rond de Gouden Tempel werd. De vijver vormt een belangrijk symbool van het sikhisme. Hij schreef de Lavan-hymne die centraal staat in de huwelijksviering.

De zoon van Guru Ram Das, Arjan, werd de vijfde Guru. Guru Arjan (1563-1606) stelde de Adi Granth (het Eerste Boek) samen met de hymnen van de vorige Gurus en met zijn eigen 2216 bijdragen.

Hij bouwde de Hari Mandir, de gouden tempel te Amritsar die het centrum van het godsdien-stige en nationale leven werd. Het werd het richtpunt van de identiteit van de sikhs en gaf uit- drukking aan hun elementaire hoop en geloofswaarheden.

Arjan markeerde het keerpunt in de geschiedenis van de sikhs.

In 1606 werd Arjan in gevangenschap door de moslims omgebracht. Hij werd door de Mogolgezagdragers gezien als een bedreiging omdat hij zich niet wilde bekeren tot de islam. Hij werd gevangen genomen, uitgehongerd, in kokend water geworpen en op een hete plaat geroosterd. De meningen zijn verdeeld over de vraag of hiermee recht geschiedde, maar de sikhs beschouwen hem als martelaar. Onder leiding van Arjan waren ze begonnen weerstand te bieden tegen de agressie van de moslims. Hierdoor verzamelden velen in de Punjab zich rondom de Guru en spoedig hadden alle leden van de Jat-kaste van boeren zich bij hem aangesloten. De houding van de in aantal gegroeide sikhs veranderde van een vreedzame vespreiding van hun geloof tot verdediging van dat geloof.

Guru Hargobind (1595-1644), de zoon van Guru Arjan, was de zesde Guru. Hij verklaarde dat de Guru tegelijk een militair en een geestelijk leider moest zijn. Dit leidde tot conflicten met Mogolkeizer Shah Jahan en onder druk van de moslims moest Guru Hargo-bind zich terugtrekken.

Zijn opvolger Har Rai, dit was de kleinzoon van Guru Hargobind, was de zevende Guru.

Hij leefde in de bergachtige streek van Oost-Punjab.

Toen Har Rai door de Mogolkeizer Aurangzeb in Delhi ontboden werd, zond hij zijn zoon, Ram Rai. Deze ging akkoord om het deel van de heilige sikhboeken, dat voor Aurangzeb beledigend was, te herwerken. Hierdoor kwam hij volgens zijn vader niet meer in aanmerking om Guru te zijn.

De achtste Guru was Guru Har Krishan (1656-1664), de jongste zoon van Har Rai. De vijf jaar oude Krishan werd Guru in de plaats van zijn oudere broer Ram.

Guru Har Krishan was de enige Guru zonder baard vanwege zijn jonge leeftijd. Guru Har Krishan kon niet zo gemakkelijk ontsnappen aan de aandacht van Aurangzeb en werd ontboden naar Delhi.

Hij volgde echter het bevel van zijn vader op en weigerde de keizer te ontmoeten. In de plaats daarvan bezocht hij de sikhgemeenschap in Delhi. Hij stierf er, onder huisarrest, op achtjarige leeftijd aan de pokken. Zijn laatste woorden waren: “Baba Bakala”. Hiermee maakte hij duidelijk dat zijn opvolger van het dorp “Bakala” zou komen.

Guru Tegh Bahadur (1621-1675) werd door zijn achterneef Har Krishan als negende Guru aangeduid. Omdat hij door de toegang tot Amristsar werd ontzegd, stichtte hij het sikhcentrum Anandpur. Guru Tegh Bahadur was, net zoals Har Rai, meer een man van ge-bed dan een soldaat. Pas toen keizer Aurengzeb de tempels verwoestte en groepen sikhs in de Punjab verdrukte, ontbood men hem uit de Bengalen om de sikhs tegen de vijand te verzame-len. Als gevolg daarvan werd hij naar Delhi getransporteerd waar hij als martelaar stierf.

Zijn negenjarige zoon Gobind Singh, de tiende Guru (1666-1708), nam de leiding over en in de volgende dertig jaar werd deze een beroemd krijger.

Guru Gobing Singh leidde de sikhs met succes tegen de moslimse macht. Hij gaf een hechte binding aan de gemeenschap en een sterk roepingsbesef om de godsdienstige traditie in stand te houden. Na een eerste overwinning in 1686 te Bhangani eindigde het twintigjarig conflict toch met verlies. Verlies in de strijd, maar toch succes voor de godsdienst van de sikhs van-wege het nieuwe gevoel van identiteit dat Gobind Singh gegeven had.

Vanaf de dood van Arjan ontwikkelden de sikhs zich tot een gemeenschap van krijgers.

Onder de tiende Guru, Gobind Singh, vestigden de sikhs zich als militaire orde. Guru Gobind Singh wijdde in 1699 de Sikhdoop-ceremonie in. Zo ontstond de khalsa, een religieus-militaire kerngroep. De leden werden bewapend en waren bereid om indien nodig voor de Panth, gemeenschap, te strijden. Volgens de Rahit Maryada, een disciplinaire gedragscode die in 1945 werd opgesteld, is het ideaal van elke sikh om lid te mogen worden van de khalsa. Leden van de khalsa mogen geen alcohol, tabak of drugs gebruiken en dienen een in moreel opzicht perfect leven te leiden. Als herkenningsteken dienen ze vijf symbolen te dragen, die de vijf K’s genoemd worden omdat ze in de Punjabi taal beginnen met de letter

K:    * ongeknipte haren of kesh
      * een kam of kangha
      * een zwaard of kirpan
      * een metalen armband, als bescherming van de arm waarmee het zwaard
         gehandteerd; wordt, kara
      * en de kaccha, een korte broek die door vrouwen als ondergoed wordt gedragen
         en door westers geklede mannen onder de kleding.

Zo introduceerde hij ook een kenmerkende identiteit voor de sikhs. Deze dag gaat de geschiedenis in als de geboortedag van het Sikhisme. De eerste vijf gedoopte sikhs werden de Panj Pyare’s (de vijf uitverkorenen) genoemd, die op hun beurt de Guru doopten op zijn verzoek. Een gebeurtenis, die tot dusver in de geschiedenis van geen enkele andere godsdienst te vinden is.


Kort voordat de Guru naar zijn koninkrijk ging, schikte hij dat de Adi Granth, het heilige schrift van de sikhs, voor het laatst aangepast en aangevuld zou worden en dat het wereldlijke gezag zou worden bekleed in de (Khalsa)Panth. De (Khalsa) Panth is de sikh-gemeenschap. De Adi Granth kreeg de naam Guru Granth Sahib (het Boek van de Heer) en nam het Guruschap en de aardse autoriteit van de godheid over.

Gedurende het leven van de Gurus werd dit heilige boek samengesteld. Deze schrift is het enige in de wereld waarbij dat door de oprichters zelf is gebeurd.


Guru Nanak en de negen Gurus die hem opvolgden, toonden een schitterend voorbeeld van een spirituele levenswijze, terwijl ze toch actief en wereldlijk deelnamen in de wereld. Hierdoor wordt volgens de Gurus aan het eigenlijke doel van het leven (=de zin van het bestaan) voldaan. Want op deze manier keert de geest van de mens terug, van waaruit zij is ontstaan (nl.: God).
Gedurende de zeventiende en de achttiende eeuw kregen de sikhs te maken met vervolgingen en onderdrukkingen door de toenmalige autoriteiten, deze werden gestimuleerd door het gemeenschapsfanatisme. Bovendien leidde dat tot grote opofferingen van de sikhs om hun geloofsovertuiging en hun aparte identiteit te beschermen en in stand te houden.
Het Mongoolse keizerrijk stond op het punt uiteen te vallen. De Afghanen begonnen het land binnen te dringen onder leiding van Ahmed Shah Abdali. De sikhs maakten gebruik van deze mogelijkheid om hun eigen koninkrijk op te richten, een doel dat ze uiteindelijk bereiken onder het gezag van Maharadja (koning) Ranjit Singh (1780-1839). Het koninkrijk van de sikhs hield een halve eeuw stand en werd geannexeerd door de Engelsen in 1849.
Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd verzetten de sikhs zich in groten getale tegen de Engelse bezetting. Zij ondergingen vele wreedheden, trotseerden de kogels en verbleven lange tijd in gevangenschap om het land te bevrijden.
Hoewel de sikhs slechts 1,7 procent van de totale Indiase bevolking vormen, hebben ze toch grote successen kunnen boeken in bijna alle facetten van het leven; zoals bij de strijdmachten, in de landbouw, sport, industrie, onderwijs, geneeskunde, de techniek, etc. Dit alles door eerlijk en hard te werken.
Door hun avontuurlijk en ondernemend karakter zijn zij in bijna alle landen van de wereld te vinden.

Belangrijke punten van het geloof.

De sikhs geloven in een almachtige God in stoffelijke of onstoffelijke vorm, zichzelf scheppend, zonder vijanden, zonder geboorte en niet stervend, waarheid is zijn naam. Hij is de schepper van het al, aan wie alles zijn bestaan en kracht ontleend. Zijn wil wordt altijd volbracht.

Een sikh moet een eerlijk en een goed leven leiden door het heilige boek te volgen en de religie in praktijk toe te passen. Men moet iedereen respecteren omdat in iedere mens een vorm/gedeelte van God aanwezig is.

Volgens de godsdienst moet men ook elke andere godsdienst respecteren.

Men neemt de gedachte van reïncarnatie (karma en samsara), zoals die in het hindoeïsme bestaat, geheel over. Mensen zijn onderworpen aan karma, de morele wet van oorzaak en gevolg die hun hergeboorte bepaalt. God helpt hen de vijf stadia te doorlopen van zondaar naar of manmukh tot gelovige of gurmukh. De zondaar geeft aan vijf vormen van dodelijke kwaad toe, die op de christelijke doodzonden lijken en verliest zichzelf in de maya, waarmee de sikhs bedoelen dat hij meer waarde hecht aan het materiële dan aan het geestelijke.

Een gelovige sikh laat zich door de Guru leiden en wijdt zich aan hem toe. Het laatste stadium is de totale zaligheid of sachkand en is niet in woorden weer te geven. In dit stadium is er geen wedergeboorte meer en staat men op dezelfde hoogte als God.

Om deze zaligheid te bereiken moet men een eerzame broodwinning hebben, delen met anderen (een sikh moet één tiende van zijn inkomen besteden aan het bevorderen van de Sikh-natie), gedenken, de mensenrechten verdedigen en bidden voor de gehele mensheid.

Het geloof stelt ook vertrouwen in de tien sikh-Gurus en de Guru Granth Sahib en zegt dat men een leven moet leiden in overeenstemmeing met de leerstellingen.

Een sikh mag bovendien ook geen geloof hechten aan andere religies of sekten en moet de ceremonies en rituelen uitvoeren zoals voorgeschreven in de Guru Granth Sahib.

Wat is verboden voor een sikh en wat moet er zorgvuldig nageleefd worden?

Een sikh mag voor niets anders buigen dan voor de Guru Granth Sahib, hij mag niet bidden, geen eer betuigen in een tempel, kerk, moskee of synagoge. Een bezoek aan deze gebouwen is echter niet verboden.

Een sikh mag geen afgoden, beeltenissen (zelfs die van de Gurus niet)aanbidden. Hij mag niet meedoen aan allerlei soorten vasten. Hij mag niet meedoen aan de jaarlijkse rituelen voor de doden en hij mag geen socio-religieuze contacten onderhouden met Radha Soamis, de Nirankaris, Namdharis en andere minderheidsgroepen van de zogenaamde saadhs of bedriegers.

Hij mag zich niet in het openbaar begeven zonder tulband en moet zelfs thuis zijn hoofd bedekken met een kleine tulband. Hij mag zich niet terugtrekken uit de wereld, moet een familiaal leven leiden en mag geen alcohol, drugs of tabak tot zich nemen.

Een sikh moet daarentegen eenvoudige voedingsgewoonten in acht nemen(zonder alcohol,…) en deelnemen aan de Langar-maaltijden.

Een sikh moet het achtervoegsel Singh (leeuw) of Kaur (prinses) in zijn naam gebruiken en leren lezen, schrijven en spreken in de Punjabi-taal en het Gurmukhi-schrift.

Hij moet altijd de waarheid spreken, iedereen als gelijken beschouwen en op een bewuste wijze de sikh-identiteit bewaren. De sikhdoop waarop men deze sikh-identiteit verkrijgt moet zo vroeg mogelijk ondergaan worden.

Wat is bidden voor hen?

Bidden is heel belangrijk voor de sikhs en verplicht voor de gedoopte sikhs. Bidden vormt een belangrijk onderdeel van het dagelijks gebeuren van de sikhs.

Er zijn vaste gebeden die voorgedragen moeten worden, vijf gebeden s’morgens, één s’avonds en één voor het slapen gaan.

Deze gebeden en andere komen uit het helige boek en zijn allemaal nog in oorspronkelijke vormen taal. Bidden is zó belangrijk omdat de gebeden voorgedragen worden om de teksten die in het heilige boek staan beter te kunnen begrijpen en te kunnen toepassen.

Hoe bidden ze, met welke rituelen?

Voor het bidden moet men de handen wassen, de schoenen en sokken uitdoen en je hoofd bedekken. Men neemt het gebedboek in de handen en zet zich ergens om rustig te lezen en te mediteren over de naam van God.

Buiten deze zijn er geen andere speciale rituelen.

De verschillende soorten gebeden.

¨ In het sikhisme heeft men ook een dagelijks gebed. Dit bestaat uit vijf hymnen of Banis, de eerste drie worden s’morgens gereciteerd, de vierde s’avonds en de vijfde voor het slapen gaan: -Japji, deze hymne word beschouwd de sleutel te zijn van de Guru Granth Sahib.Het verschijnt als het eerste gedicht in de Guru Granth Sahib en word herhaald in het morgendgebed van de sikhs.

-Jaap

-Swayyas, deze hymne is eigenlijk een gedicht van Guru Gobind Singh en wordt normaal gelezen na de Japji en de Jaap. Hierin verwoordt Guru Gobind Singh de nutteloosheid van de rituelen en blinde trouw zonder enige aanbidding van God.Het is te vinden in de Dasam Granth, de verzameling van de werken van deze Guru.

De vertaling (is vanuit het Gurmukhi in het Engels vertaald)van deze hymne:

Scrupulous Jains and hosts of Siddhs, ascetic yogis - I have seen them all.

Warriors and demons, gods who drink amrit, devout believers in a multitude of doctrines. All these have I witnessed as I traveled the world, yet never a true follower of the Lord. Without the love and grace of God their devotion is trivial, worthless, lost.

Mighty elephants in gorgeous array, magnificently decked with gold;

Thousands of horses nimbler than deer, their speed even swifter than the wind;

Though their masters be powerful emperors, potentates before whom countless bow.

In the end such greatness crumbles to nothing as barefoot they go on their way.

They march victorious across the world, beating their drums in triumph.

Their splendid elephants vibrantly trumpeting, their legion of thoroughbreds proudly neighing.

Kings of the past, of the present, the future, their numbers beyond comprehending,

Neglectful of worship, unmindful of God, they go to their ultimate home. Pious bathing and acts of charity, disciplined lives and endless rites;

Searching the scriptures, Hindu and Muslim; scanning the earth and the heavens above;

Men who abstain from all food or from sex - ascetics unnumbered I have seen and I know.

That though they be kings all their deeds are in vain if their lives have no place for the praises of God. Seasoned troops in coats of mail, fearsome warriors with the strength to kill;

Fiercely proud they stand their ground, steadfast in courage though mountains take flight;

Assailing their enemies, crushing their foes, humbling the pride of their elephant hosts;

They too must finally rise and depart, deprived of the grace of the Lord.

Boundless in courage and matchless in strength, men who unflinching will parry a sword;

Despoiling a country, slaying its people, its elephant armies brought down to the dust;

Forts destroyed by the might of their arms, the world subdued by the fear of their threats;

Yet all are humbled by the Creator's power, beggars all in the presence of the Lord.

Deities and demons, the divine, the uncouth, repeating God's Name in the future as the past.

All the creatures of the earth and sea resigned to his will in instant obedience;

Praise for their virtue resounds afar, their evil deeds erased.

The devout go forth with joy in the world as their enemies cry in helpless rage.

Masters of men, commanders of elephants, powerful rulers who bestride the world;

Endlessly bathing, prodigious in charity, sitting bedecked as their marriages are made.

All is futile, for even the gods, however exalted, must end in death.

Only the humble who touch God's feet shall finally sunder the cycle of rebirth.

What benefit comes from endless meditation, from sitting like cranes with both eyes closed?

One may piously bathe in all seven oceans and yet lose everything here and hereafter.

Some spend their lives deep in the jungle, wasting their years in useless endeavor.

Let all pay heed for I speak the truth: only they who love God can find him.

Some worship stones, borne on their heads; some hang lingams from their necks.

Some claim that God dwells in the south, whilst other bow to the West.

Some worship idols, foolishly ignorant; others put trust in the tombs of the dead.

All are astray, seduced by false ritual; none knows the secret of God.

-Rehras

-Kirtan Sohila, deze hymne wordt opgezegd voor het slapengaan. De naam betekent:

“Lied van Vrede”. De Kirtan Sohila bestaat eigenlijk uit vijf hymnen, de eerst drie werden geschreven door Guru Nanak, de vierde door Guru Ram Das en de vijfde hymne werd geschreven door Guru Arjan. Deze laatste hymne wordt gewoonlijk voorgedragen aan het einde van avondceremonies in de Gurdwara en ook bij begrafenisceremonies

De vertaling (ook weer in het Engels) van deze hymne:

Guru Nanak

God is only One, He is obtained by the Grace of the True Guru.

In whatever house (state of mind) meditation on God is practised and His praises are snug,

Sing His praises and meditate upon Him in that house.

You, please, sing the praises of my God, the Fearless.

I am a sacrifice to the Song which gives perpetual peace.

Every day, God looks after and beholds all the beings.

None can assess the price of Your Gifts, so how can the Giver be assessed?

The day and hour of the marriage (departure to the next world) is fixed, so the friends should pour the customary oil on the threshold.

Bless the bride, so that union with the Master, may be obtained.

Such calls and summons to reach the next world are sent to every house, every day.

Nanak reminds: meditate on the One, Who sends calls; that day will come soon.

Guru Nanak
There are six shastras (books of Hindu thought), their six authors and six methods of teaching;

But One God alone is the Teacher of teachers, though He manifests Himself in many ways.

O God! By that religious books way by which your praises are sung is the best,

Follow that way, which glorifies God.

Just as seconds, minutes, hours, quarters of a day, lunar days, week days, months,

Are created by one sun and so are created many seasons by it,

Similarly God, Who is One has many manifestations, so says Nanak.

Guru Nanak
The sky is the salver; the sun and the moon the lamps; the stars, with their orbs, are the studed pearls.

The fragrance of sandalwood is the incense, the wind the fan and all vegetation are flowers.

Thus Your Wonderful Worship is performed my God! O, the Destroyer of Fears, this is Your true worship with true lamps.

The Unstruck Melody rings and the Divine Music of the Shabad (Word) is the tender flute.

Your eyes are thousands, yet You have no eye; Your forms are thousands, yet You have no form.

Your pure feet are thousands, yet You have no feet; You are without nose, yet You have a thousand noses; Your plays have, in this way, bewitched me.

The same Light pervades all.

This Light causes the light to shine within all.

Through the Gurus advice the divine Light becomes visible.

That, which pleases Him, constitutes His real worship.

My soul bewitched by the Lotus Feet (Divine Hymns) of God, as sweet as honey, for which I am thirsty day and night.

Nanak says: Give the water of Your Mercy to this pied cuckoo, so that I may merge in Your Name.

Guru Ram Das

Lust and anger completely fill this town body; but these have been smashed to pieces by meeting the Saint (Guru).

I have met the Guru, because of my predestined luck and I have intered the sphere of Gods Love.

Salute the True saint with folded hands, this is a great virtuous act.

Lie prostrate before Him, this is a great virtuous act.

Lovers of mammon do not enjoy the taste of Gods Elixir, as within them there is the thorn of ego.

When they walk forward, that thorn pricks them more and more severly; they suffer greater pain and finally receive on their heads, the blows from deaths staff.

True devotees are absorbed in Gods Name, and fear of the pain of birth and deaths leaves them.

They are united with the Everlasting God and gain great honour in the various regions and universes.

O God! the Greatest of the great, save us, we are poor and humble.

Nanak says: the Name is the Sustainer and support of the mortal, and gives Supreme Joy and peace.

Guru Arjan
My friend, I request you that this is the opportune time to serve the saints.

Earn divine profits in this world and live in peace and comfort in the next one.

Life is shortening day and night.

O mind, meet the Guru and set right your affairs.

This world is engrossed in sins and evils; but Gods Divines will swim across it.

He, who is awakened by God, drinks the Nectar of Name and comes to realise the Ineffable God.

Purchase the commodity, for which you have come in this world, and then God will come to reside in your heart with the Gurus Grace.

You will easily obtain your Real Home and will not suffer transmigration.

O Searcher of hearts and Fulfiller of desires! kindly fulfil my hearts desires.

Nanak says: I, your servant, pray that I may become the dust of the Saints feet join the society of saints.


Ardas, de sikhs herhalen hun geschiedenis tenminste twee maal per dag in beknopte vorm.

Dit doen ze door middel van een gebed: de Ardas.

Dit gemeenschappelijk gebed wordt telkens voorgelezen bij het beginnen of beëindigen van een lezing in de Guru Granth Sahib of bij elke andere belangrijke taak. Het eerste deel is een inleiding op Chandi Di Var dat geschreven werd door Guru Gobind Singh en een beroep doet op de zegens van God en de andere Gurus.

De (Engelse) vertaling van dit gebed:

God is One. All victory is of the Wondrous Guru (God).

May the respected sword (God in the form of the Destroyer of evil doers) help us!

Ode of the respected sword recited by the Tenth Guru.

First remember the sword (God in the form of Destroyer of evil doers); then remember and meditate upon Guru Nanak.

Then remember and meditate upon Guru Angad, Guru Amar Das and Guru Ram Das: May they help us!

Remember and meditate upon Guru Arjan, Guru Hargobind and Respected Guru Har Rai.

Remember and meditate upon respected Guru Har Krishan, by having the sight of whom, all pains vanish.

Remember and meditate upon Guru Tegh Bahadur; and then nine sources of wealth will come hastening to your home.

Oh Respected Gurus! kindly help us everywhe. May the kind, the respected Tenth Guru Gobind Singh assist us everywhere. Think and meditate upon the divine light of the Ten Kings contained in the respected Guru Granth Sahib and turn your thoughts to the divine teachings of and get pleasure by the sight of Guru Granth Sahib; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!

Think of the deeds of the Five Beloved Ones, of the four sons (of Guru Gobind Singh); of the Forty Martyrs; of the brave Sikhs of indomitable determination; of the devotees steeped in the colour of the Name; of those who were absorbed in the Name; of those who remembered the Name and shared their food in companionship; of those who started free kitchens; of those who wielded their swords (for preserving truth); of those who overlooked others shortcomings; All the aforesaid were pure and truly devoted ones; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!

Think of and remember the unique service rendered by those brave Sikh men as well as women, who sacrificed their heads but did not surrender their Sikh Religion; Who got themselves cut to pieces from each of the joints of the body; Who got their scalps removed; Who were tied and rotated on the wheels and broken into pieces; Who were cut by saws; Who were flayed alive; Who sacrificed themselves to upkeep the dignity of the Gurdwaras; Who did not abandon their Sikh faith; Who kept their Sikh Religion and saved their long hair till their last breath; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!>

Turn your thoughts to the five seats of Sikh Religion and all the Gurdwaras; utter Wahe Guru (Wondrous God)!

First the entire respected Khalsa make this supplication that may they meditate on Your Name; and may all pleasures and comforts come through such meditation.

Wherever respected Khalsa is present, give Your protection and grace; May the free kitchen and sword never fail; Maintain the honour of your devotees; Confer victory upon the Sikh people; May the respected sword always come to our assistance; May the Khalsa always get honours; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!

Kindly confer upon the Sikhs the gift of Sikhism, the gift of long hair, the gift of observing Sikh laws, the gift of divine knowledge, the gift of firm faith, the gift of belief and the biggest gift of Name and of having bath in the respected Tank of Nectar.

O God! May the choirs, the mansion and the banners exist forever; may the truth ever triumph; utter Wahe Guru (Wondrous God)!

May the minds of all the Sikhs remain humble and their wisdom exalted; O God! Your are the protector of wisdom.

O Immortal God, the constant Helper of His Sikhs, kindly confer the gift of visiting, maintaining, controlling and worshipping, without any restrictions, the Gurdwara of Nanakana Sahib Ji, othe Gurdwaras, and Gurus Mansions of which the Khalsa has been deprived.

O True Father, Wahe Guru! you are the honour of the meek, the Power of the helpless ones, the shelter of the shelterless, we humbly make prayer in your presence. We have offered prayers as contained in (substitute the occasion or prayer made here). Kindly pardon our errors and shortcomings in reciting the above Gurbani.

Kindly fulfill the objects of all. Kindly cause us to meet those true devotees by meeting whom, we may remember and meditate upon Your Name. O God! through the True Guru Nanak, may Your Name be exalted, and may all prosper according to Your will.

The Khalsa belongs to God; all victory is the victory of God.


Er zijn ook nog gebeden voor geluk, huwelijken, de naamceremonie bij pasgeborenen en gebeden om van verschillende kwalen af te geraken.

Het beeld van God.

God is almachtig, zichzelf scheppend, zonder vijanden, zonder geboorte en onsterfelijk. God is overal en nergens en is alles omvattend. Alles in het heelal is zijn creatie en vormt daar een onderdeel van.


Hoe worden God en de Gurus voorgesteld?

De satGuru wordt voorgesteld als een soort ziel, in onstoffelijke vorm, die heel veel fel licht geeft. Guru Nanak wordt vaak afgebeeld tegen een rijke achergrond van bomen, planten, bloemen en watervallen. Hij wordt altijd afgebeeld met een gebedskrans (=een krans met kralen) of mala. Deze vormen een symbool van zijn status van heilig man, in tegenstelling met de latere Gurus die als leiders van de sikhgemeenschap afgebeeld worden. Vele sikhs gebruiken de vaak houten of stalen rozenkrans bij het mediteren, bij elke parel herhalen ze het woord satnam of vahiguru. Guru Nanak wordt ook bijna altijd afgebeeld met een witte baard wat de indruk geeft dat hij een oude wijze man is. De lange baard hoort bij het sikhideaal.

Guru Nanak draagt een saffraangeel kleed en een sjaal, de traditionele kleding van iemand die het spirituele pad koos. Ze herinneren eraan dat Guru Nanak vooreerst een spirtuele gids was, die de trotsen vernederde en de vromen onderrichtte.

Guru Nanak draagt ook een mukat en aureool als symbool van zijn heiligheid.

Wanneer Nanak met halfgesloten ogen wordt afgebeeld wijst dat op de geeselijke extase, de goddelijke vervoering in de mystieke meditatie. Zo wordt Guru Nanak niet alleen als leraar van geestelijke wijsheid afgebeeld maar ook als mysticus.

De gurdwara

De gurdwara (het sikh-gebedshuis) is het middelpunt van de sikh-samenleving. Van een sikh wordt verondersteld dat hij zich zo dikwijls hij maar kan, bij de gemeenschap in de gurdwara vervoegt. Een gurdwara is niet zomaar een gewone gebedsplaats. Het is het centrum van spirituele, sociale en educatieve activiteiten. Het woord gurdwara is een samenvoeging van twee aparte woorden, nl. Guru en Dwara (=verblijfplaats), en verwijst dus naar de verblijf-plaats van de Guru. Het centrale en voornaamste voorwerp in de tempel is de Guru Granth Sahib die gewikkeld is ineen fijn geborduurd “rumalas” stof. Gewoonlijk is de tempel de gehele dag geopend voor iedereen en beginnen de diensten voor zonsopgang met het openslaan van de Goeoe Granth Sahib, en het uitspreken van de Ardas. Vervolgens wordt een richtlijn uit de Heilige Preek, de Hukam gelezen. Dat wordt gevolgd door de nitmen van het dagelijks gebed

en de Aasa Di War. In sommigen gurdwara’s zijn er middag-en namiddsessies voorzien waar-bij de sikh-geschiedenis geleerd wordt aan de verzamelde gemeenschap.

s’Avonds wordt de Guru Granth Sahib gesloten na het voordragen van de Rehras Sahib, de Kirtan en de Ardas. De diensten van de Guru Granth Sahib kunnen zowel door mannen als door vrouwen uitgevoerd worden en tijdens deze uitvoering wordt er steeds een Chaur, sikh-waaier, bij de hand gehouden om over het Heilige boek te wuiven.

Wie een gurdwara wil bezoeken zal eerst zijn schoenen moeten uittrekken vooraleer hij de binnenruimte mag betreden. Wie geen tulband draagt moet zijn hoofd bedekken met een stuk stof. Nadat men de handen ook gewassen heeft gaat men meteen naar de voornaamste ruimte, buigt voor de Guru Granth Sahib, biedt offerandes aan en betuigt hulde door met zijn voorhoofd de grond aan te raken. Daarna vervoegt men de SANGAT (dit is de gemeenschap) en de PANGAT (dit is de maaltijd vervoegen in rijen).

Langar

Langar betekent de heilige sikh keuken. Langar heeft een sleutelbetekenis in het sikhisme. Het ligt in het verlengde van de sociale gelijkheid. Om het even wie, van om het even welke stand, kaste, overtuiging, huidskleur, geslacht of status kan een maaltijd krijgen in de langar van om het even welke gurdwara. Langar is gratis, maar betekent tegelijkertijd meer dan gratis voedsel. Het is heilig voedsel gezegend door de Waheguru. Van een bezoeker van de gurdwara wordt zelfs verwacht dat hij aan de langar deelneemt.

Mijn mening

Het sikhisme is een godsdienst die andere godsdiensten niet verbiedt of bekritiseerdt. Sikhs beweren ook niet dat hun godsdienst de beste is. Ze staan open voor andere ideeën, leiden een erg sociaal leven en streven naar gelijkheid ongeacht leeftijd, geslacht, status of ras. Dit is volgens mij de enige juiste instelling om inderdaad tot verlossing te komen en eveneens de ideale levenswijze.

referenties:

-Encarta 99, encyclopedie Winkler Prins

-Een wereld van religies, door John Bowker, uitgegeven door de Morgen

-Godsdiensten van de wereld, Het geloof van de sikhs, door Piara Singh Sambhi

-De godsdiensten van de wereld, door Geoffrey Parrinder, eerste druk 1986

-De wijsheid van India, door Richard Waterstone, gedrukt 1996

-Handboek van de wereldgodsdiensten, 1982

-Wie zijn de sikhs? , door dr. Harjinder Singh Dilgeer

-Website van het Guru Nanak Gurdwara Comité

-andere internet-en e-mailadressen:

www.sikhs.org/rehit.htm

www.sikhs.org/philos.htm

www.sikhs.org/transl.htm

www.sikhs.org/japji/jpl.htm

www.sikhs.nl

Jan Stienen - België

 

Waheguru Ji Ka Khalsa Waheguru Ji Ki Fateh

 
 
 
 

All rights reserved (c) www.sikhs.nl